Relatieve luchtvochtigheid. De relatieve luchtvochtigheid (R.V.) wordt gedefinieerd als de hoeveelheid. Celsius en een RV van is ). Door de poriënstructuur van baksteen is baksteenmetselwerk vaak droog, . Als hout geen vocht meer opneemt of afstaat, wordt gesproken van een evenwichtsvochtgehalte.
Volledig droog hout zal, als het in een vochtigere omgeving komt, in eerste instantie water opnemen in de celwanden.
Uitwisseling van vocht tussen lucht en hout. Door diffusie wisselen de houtvezels zolang vocht uit met de waterdamp in de omgevingslucht totdat er evenwicht is ontstaan. We noemen dit het evenwichtsvochtgehalte. Daarom moet het vochtgehalte van het toegepaste hout zo dicht mogelijk bij het gemiddelde evenwichtsvochtgehalte van de omgeving liggen. Niet alleen het vochtgehalte van het hout maar ook het gewicht, de afmetingen, de mechanische eigenschappen en de duurzaamheid variëren door de relatieve luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat het hout vóór het leggen een vochtgehalte heeft dat in overeenstemming is met de gemiddelde relatieve luchtvochtigheid over het jaar. Bij vloerverwarming: houd de temperatuur van de verwarming gedurende het stookseizoen constant. Variaties in de warmtevraag moeten dus worden geleverd door . Hout alhemeen, onderdeel van bouwkundige benadering van een architectonisch ontwerp middels detail uitgangspunten, bouwmethodiek en tekentechnieken bouwkunde.
Vul dan de eerste letter in hoe de luchtvochtigheid voorheen was (droger of natter). Vul tenslotte de eerste letter in van de houtsoort. OPGELET: formule in hout - evenwichtsvochtgehalte nooit overschrijven ! Bij gekende houtvochtigheid kan men de gemiddelde luchtvochtigheid terugvinden door in de bovenste gele . Dit heeft ongeveer van de respons van hout in de tangentiale richting (zie afbeelding 17). Als het evenwichtsvochtgehalte bij verschillende relatieve luchtvochtigheden wordt gemeten tijdens een . Omdat de basis van het hout wordt veranderd door het acetyleren is de invloed op een aantal eigenschappen enorm.
Door het acetyleren kan het krimp- en zwelgedrag van een houtsoort met circa worden gereduceerd. Daardoor daalt het evenwichtsvochtgehalte van geacetyleerd hout drastisch ten opzichte van . De verbeterde relatie tot vocht is een tweede belangrijke kwaliteitsparameter voor hittebehandeld hout. Door hogetemperatuurbehandeling wijzigt het hout in zijn vochtsorptiegedrag. Niet alleen het evenwichtsvochtgehalte wijzigt maar vooral de lagere zwel-krimp (hogere dimensionele stabiliteit) zijn een groot voordeel.
Deze aanpassing vraagt weliswaar enige tij maar komt vooral in lange en koude winters tot stand en dan zou men kunnen spreken van een evenwichtsvochtgehalte. Anders gezegd: bij een bepaalde RV. Evenwichtsvochtgehalte van hout ( ) 32. Als van nature hygroscopisch materiaal zal hout het omgevingsvocht afgeven of opnemen in functie van de relatieve luchtvochtigheid ( RV) en de temperatuur.
Houtdrogen Hout dient te worden gedroogd tot een bepaald evenwichtsvochtgehalte dat bij voorkeur zo dicht mogelijk ligt bij het vochtgehalte dat het hout zal bereiken in zijn tocpassingsfase. Daarnaast laat droog hout zich .
Gemeten vochtgehalte in hout toont aan hoeveel water in gewichtspercentage in het hout aanwezig is. Hout heeft de eigenschap zich aan te passen aan het vochtgehalte in elk omgevingsklimaat. Die aanpassing in het omgevingsklimaat zorgt voor verandering van het vochtgehalte in het hout. Wanneer men hout gedurende een voldoende lange periode aan lucht met een constante relatieve vochtigheid blootstelt, zal het een vochtgehalte krijgen dat in evenwicht is met deze relatieve vochtigheid. Men noemt dit het evenwichtsvochtgehalte van het hout.
Bij elke relatieve vochtigheid hoort een bepaald karakteristiek vochtgehalte, het evenwichtsvochtgehalte. Het hout neemt water op. Conform de voorziene normen werd het hout gedroogd tot een evenwichtsvochtgehalte dat overeenstemt met het gemiddelde binnenklimaat in onze .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.